Meer dan 117 duizend Covid-vaccins waren defect. Ze werden aan Polen verstrekt. Waar is het openbaar ministerie?

Er zijn acht meldingen binnen gekomen bij het GIF over mogelijke kwaliteitsproblemen of vermoedelijke kwaliteitsproblemen met COVID-19-vaccins, waarvan twee meldingen significant waren. Op 23 april 2021 ontving het Hoofdinspectoraat voor de Farmaceutische Industrie een melding van het EU Rapid Alert-systeem van het Europees Geneesmiddelenbureau over vermoedelijke kwaliteitsproblemen in een partij COVID-19-vaccins die al door Poolse patiënten werd gebruikt. Het betrof een vermoeden van een klasse II-kwaliteitsprobleem, dat ziekte of onjuiste werking kon veroorzaken. Het GIF heeft geen besluit genomen om deze partij vaccins uit de handel te halen of terug te roepen. In april 2022 heeft het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten uit België het GIF echter geïnformeerd over het terugroepen van deze partij van de markt. Na ontvangst van de melding heeft het GIF de informatie doorgestuurd naar de RARS met het verzoek om actie te ondernemen om de distributiekanalen te identificeren en de ontvangers te informeren over de situatie. Deze acties waren echter zinloos, omdat de hele partij van dit vaccin al aan de patiënten was toegediend. In het tweede geval werd op 7 april 2022 een melding ontvangen van een kwaliteitsprobleem in een partij vaccins van het Spaanse Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (AEMPS). Het kwaliteitsprobleem in het vaccin kon een bedreiging vormen voor het leven en de gezondheid van de patiënten (klasse I-tekortkoming), wat het GIF verplichtte om het defecte product uit de handel te halen. In beide gevallen heeft het GIF niet alleen deze partijen vaccins niet uit de handel gehaald, maar wist zelfs niet waar ze zich bevonden. Na ontvangst van de melding werd de informatie doorgegeven aan de RARS met het verzoek om de distributiekanalen te identificeren en de ontvangers over de situatie te informeren. De Hoofdinspecteur voor de Farmaceutische industrie verklaarde dat op basis van de interpretatie van de Minister van Volksgezondheid, waarbij bij COVID-19-vaccins geen sprake is van handel, maar van een ander type distributie, het niet mogelijk was om een terugroepbesluit uit te vaardigen voor een product dat niet in omloop was. Deze informatie werd ook aan de RARS doorgegeven. Op basis van de bevindingen van de controle door het GIF in een follow-up verslag werd geconcludeerd dat het standpunt van Ewa Krajewska - de Hoofdinspecteur voor de Farmaceutische industrie - ongegrond was. De voorzitter van de Rekenkamer heeft de premier van de Poolse regering en de minister van Volksgezondheid schriftelijk op de hoogte gebracht van de beoordelingen en conclusies zoals geformuleerd in het rapport over de controle door het GIF. Uit de antwoorden bleek onder meer dat het Hoofdinspectoraat voor de Farmaceutische industrie naar behoren heeft gehandeld.
Er zijn acht meldingen binnen gekomen bij het GIF over mogelijke kwaliteitsproblemen of vermoedelijke kwaliteitsproblemen met COVID-19-vaccins, waarvan twee meldingen significant waren. Op 23 april 2021 ontving het Hoofdinspectoraat voor de Farmaceutische Industrie een melding van het EU Rapid Alert-systeem van het Europees Geneesmiddelenbureau over vermoedelijke kwaliteitsproblemen in een partij COVID-19-vaccins die al door Poolse patiënten werd gebruikt. Het betrof een vermoeden van een klasse II-kwaliteitsprobleem, dat ziekte of onjuiste werking kon veroorzaken. Het GIF heeft geen besluit genomen om deze partij vaccins uit de handel te halen of terug te roepen. In april 2022 heeft het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten uit België het GIF echter geïnformeerd over het terugroepen van deze partij van de markt. Na ontvangst van de melding heeft het GIF de informatie doorgestuurd naar de RARS met het verzoek om actie te ondernemen om de distributiekanalen te identificeren en de ontvangers te informeren over de situatie. Deze acties waren echter zinloos, omdat de hele partij van dit vaccin al aan de patiënten was toegediend. In het tweede geval werd op 7 april 2022 een melding ontvangen van een kwaliteitsprobleem in een partij vaccins van het Spaanse Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (AEMPS). Het kwaliteitsprobleem in het vaccin kon een bedreiging vormen voor het leven en de gezondheid van de patiënten (klasse I-tekortkoming), wat het GIF verplichtte om het defecte product uit de handel te halen. In beide gevallen heeft het GIF niet alleen deze partijen vaccins niet uit de handel gehaald, maar wist zelfs niet waar ze zich bevonden. Na ontvangst van de melding werd de informatie doorgegeven aan de RARS met het verzoek om de distributiekanalen te identificeren en de ontvangers over de situatie te informeren. De Hoofdinspecteur voor de Farmaceutische industrie verklaarde dat op basis van de interpretatie van de Minister van Volksgezondheid, waarbij bij COVID-19-vaccins geen sprake is van handel, maar van een ander type distributie, het niet mogelijk was om een terugroepbesluit uit te vaardigen voor een product dat niet in omloop was. Deze informatie werd ook aan de RARS doorgegeven. Op basis van de bevindingen van de controle door het GIF in een follow-up verslag werd geconcludeerd dat het standpunt van Ewa Krajewska - de Hoofdinspecteur voor de Farmaceutische industrie - ongegrond was. De voorzitter van de Rekenkamer heeft de premier van de Poolse regering en de minister van Volksgezondheid schriftelijk op de hoogte gebracht van de beoordelingen en conclusies zoals geformuleerd in het rapport over de controle door het GIF. Uit de antwoorden bleek onder meer dat het Hoofdinspectoraat voor de Farmaceutische industrie naar behoren heeft gehandeld.
Show original content

7 users upvote it!

3 answers